Er ligt op dit moment een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer om vanaf 1 januari 2021 de tarieven van de overdrachtsbelasting te wijzigen ten gunste voor de starter. Op deze manier wordt de positie van de starter op de woningmarkt verbetert ten opzichte van de beleggers.
Starters betalen geen overdrachtsbelasting bij eerste woning Als je als starter op de woningmarkt straks een woning koopt, hoef je geen overdrachtsbelasting te betalen. Er komt hiervoor een vrijstelling in de wet. Er zijn wel voorwaarden, want je moet:
- tussen de 18 en 35 jaar zijn; en
- een woning kopen; en
- die woning als hoofdverblijf gaan gebruiken; en
- de vrijstelling nog niet eerder hebben gebruikt.
Andere personen betalen 2% overdrachtsbelasting voor een woning. Andere (natuurlijke) personen - die geen starter zijn - betalen (net als nu) bij de aankoop van de woning een overdrachtsbelasting tegen een tarief van 2%. De voorwaarden zijn dan wel:
- je koopt een woning; en
- die ga je als hoofdverblijf gebruiken.
Indien sprake is van meerdere verkrijgers moet voor elke verkrijger afzonderlijk worden beoordeeld of deze in aanmerking komt voor de vrijstelling. Het volgende voorbeeld schetst zo’n situatie: “Een stel van 32 jaar en 37 jaar koopt een woning met een waarde van € 300.000, waarbij zij ieder een onverdeelde helft verkrijgen. Beiden verklaren daarbij beiden duidelijk, stellig en zonder voorbehoud schriftelijk dat zij deze woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaan gebruiken. Aanvullend verklaart de verkrijger van 32 jaar dat hij nooit eerder de vrijstelling heeft toegepast. In deze situatie is de verkrijging met een waarde van € 150.000 door de persoon met een leeftijd van 32 jaar vrijgesteld van overdrachtsbelasting en betaalt de verkrijger met een leeftijd van 37 jaar 2% over € 150.000 (€ 3.000).”
Aanhorigheden
Voor onroerende zaken zoals garages, parkeerplaatsen of schuren (‘aanhorigheden’), die in gebruik zijn bij en dienstbaar zijn aan de woning, geldt ook het tarief van 2% (of de vrijstelling van starters). Voorwaarde is wel dat deze aanhorigheden gelijktijdig met de woning worden verkregen. Als je later (na de aankoop van de woning) een garagebox aan de andere kant van de straat koopt, dan is daar dus vanaf 1 januari 2021 8% overdrachtsbelasting voor verschuldigd.
Voor alle andere kopers gaat het overdrachtsbelasting tarief van 6% naar 8%. Bij andere kopers of andere aankopen geldt het hogere algemene tarief. Dit tarief is nu 6% en gaat vanaf 2021 naar 8%. Dit hogere tarief geldt dus voor:
- niet-woningen, zoals bedrijfspanden of een perceel grond
- woningen die niet (of tijdelijk) als hoofdverblijf worden gebruikt, zoals:
- een vakantiewoning
- een woning die ouders kopen voor een kind
- woning gekocht door niet-natuurlijke personen/rechtspersonen, zoals BV's of woningcorporaties.
Rechtspersonen en beleggers betalen dus altijd 8% overdrachtsbelasting!
Voor wie geldt de vrijstelling overdrachtsbelasting bij aankoop van een woning?
De vrijstelling overdrachtsbelasting bij aankoop van een woning (en aanhorigheden) geldt voor natuurlijke personen jonger dan 35 jaar die niet eerder gebruik gemaakt hebben gemaakt van de vrijstellingsregeling indien zij voor de eigendomsoverdracht schriftelijk bevestigen dat zij de woning als hoofdverblijf zullen gebruiken.
Voor wie geldt het verlaagde tarief van twee procent?
Het verlaagde tarief geldt voor de aankoop van een woning door natuurlijke personen die ouder zijn dan 35 jaar of al gebruik gemaakt hebben van de vrijstellingsregeling. Vereist is dat deze personen zelf in de woning gaan wonen en dit voorafgaan aan de eigendomsoverdracht schriftelijk bevestigen.
Voor wie geldt het standaard tarief van acht procent?
Het standaard tarief van acht procent is van toepassing op de verkrijging van onroerende zaken die geen woning zijn en op de verkrijging van woningen door een rechtspersoon of een natuurlijk persoon die de woning niet als hoofdverblijf gaat gebruiken.
Implementatie wetsvoorstel
De Wet differentiatie overdrachtsbelasting is op dit moment nog een wetsvoorstel. Het voorstel wordt binnenkort in de Tweede Kamer behandeld. Hoewel de verwachting is dat het voorstel zal worden aangenomen is er geen garantie dat het niet op bepaalde punten wordt aangepast.